Hallo
4 december
Smorgens afscheid genomen van de familia Fuentes. Moeder Fuentes stond me met de tranen in de ogen uit te wuiven toen mijn bus richting Puno vertrok. Puno ligt aan het Titicacameer, met zijn 3800m het hoogst gelegen meer volgens velen. Volgens anderen dan weer niet.
Smiddags Puno beetje verkend en mijn eilandbezoeken voor de volgende dagen geregeld.
5 december
Smorgens den boot op naar Islas Buros. Dat zijn drijvende eilandjes, gemaakt van tortora, een soort riet. Een bepaald volk is honderden jaren geleden zo beginnen leven om te ontsnappen aan den vervelende vijand. Vrij curieus om op zo’n eiland rond te lopen, voelde niet 100 procent stabiel aan. Om de zoveel maanden moeten de bewoners een nieuwe laag aanmaken, want de tortora rot weg.
4 december
Smorgens afscheid genomen van de familia Fuentes. Moeder Fuentes stond me met de tranen in de ogen uit te wuiven toen mijn bus richting Puno vertrok. Puno ligt aan het Titicacameer, met zijn 3800m het hoogst gelegen meer volgens velen. Volgens anderen dan weer niet.
Smiddags Puno beetje verkend en mijn eilandbezoeken voor de volgende dagen geregeld.
5 december
Smorgens den boot op naar Islas Buros. Dat zijn drijvende eilandjes, gemaakt van tortora, een soort riet. Een bepaald volk is honderden jaren geleden zo beginnen leven om te ontsnappen aan den vervelende vijand. Vrij curieus om op zo’n eiland rond te lopen, voelde niet 100 procent stabiel aan. Om de zoveel maanden moeten de bewoners een nieuwe laag aanmaken, want de tortora rot weg.
Van de drijvende eilanden vervolgens terug de boot op naar Isla Amantani. Das een eiland met een aparte cultuur, goed bewaard doordat het zo geisoleerd ligt. Auto’s en zo zijn er nog niet en de paadjes en terrassen stammen nog van voor de inca’s. Ik logeerde er bij een lokale familie, een vorm van toerisme die de lokale bevolking ten goede komt. Moest van gastvrouw Martina meteen rusten terwijl zij eten voor me maakte. Haar keukentje was superprimitief maar prachtig om zien. Dan moest zoontje Jorge Luis van 7 mij gidsen naar de ruines van Pachamama (Moeder Aarde bij de Inca’s) De ruines stelden nie veel meer voor maar de wandeling naar de top van het eiland leverde mooie beelden op.
Het avondeten vond plaats in het keukentje met 1 onnozel kaarsje als verlichting. Elektriciteit is er nog niet. Ik ontdekte in totaal 7 kinderen, een stokoud omaatje en pa en ma Pedro en Martina.
Smorgens heerlijk ontbijt. Soort pannekoekachtige dingen. Heerlijk om de kleine bezig te zien, elk met een prachtige muts. Beetje 'wippe wippe' beginnen spelen. Leuk maar toch gene aanrader, ze werden net iets te enthousiast en er vielen net geen slachtoffers.
Normaalgezien moest ik om 8u een bootje op richting mijn laatste eiland, Isla Taquile. Vanuit het haventje kwam er echter iemand aangelopen om te zeggen da ik vroeger moest zijn. Op de kleine paadjes met madre Martina naar beneden, die dan vaneigens nog ne zware zak op haar rug had. (die indianevrouwtjes komen nooit buiten zonder ne zak op hun rug) Hobbel de bobbel....klets boem vaneigens. Martinaatje toch...
Ik bleek bij ne toegevoegd te zijn bij nen toer van toeristen. Vandaar da ik een vroeger bootje had. Het was slechts een uur varen, maar wat voor een uur. Het water stond wild en wij vaarden evenwijdig aan de golven. Kbegrijp nog altijd niet dat we niet verzopen zijn. Eens op het eiland sprak ik met meneer kapitein af da ik de groep ging verlaten, ik moest om 14u30 in een ander haventje zijn.
Isla Taquile was gelijkaardig aan Amantani, echter weer met eigen klederdracht. Het eiland verkend en vooral genoten van de rust. Op den top van een bergje was het zalig om de locals te bestuderen die in hun kleurrijke kleren door de veldjes waggelen. Eigenaardig is dat geen seconde verloren blijkt te gaan bij de vrouwen. Elke wandelende vrouw heeft een tolletje in haar hand waarmee ze draad aan het spinnen is.
Ik bleek bij ne toegevoegd te zijn bij nen toer van toeristen. Vandaar da ik een vroeger bootje had. Het was slechts een uur varen, maar wat voor een uur. Het water stond wild en wij vaarden evenwijdig aan de golven. Kbegrijp nog altijd niet dat we niet verzopen zijn. Eens op het eiland sprak ik met meneer kapitein af da ik de groep ging verlaten, ik moest om 14u30 in een ander haventje zijn.
Isla Taquile was gelijkaardig aan Amantani, echter weer met eigen klederdracht. Het eiland verkend en vooral genoten van de rust. Op den top van een bergje was het zalig om de locals te bestuderen die in hun kleurrijke kleren door de veldjes waggelen. Eigenaardig is dat geen seconde verloren blijkt te gaan bij de vrouwen. Elke wandelende vrouw heeft een tolletje in haar hand waarmee ze draad aan het spinnen is.
Savonds nog van de haven teruggekeerd naar centrum-Puno in een taxibakfiets. Had gezegd dat ik enkel meeging als ik zelf mocht rijden en even later was ik het middelpunt van de belangstelling in de chaotische drukte van het centrum. Uiteindelijk nie mogen betalen, want ik had tenslotte het werk gedaan.
7 december
Smorgens de bus genomen richting Copacobana, Bolivie. Vlotte grensovergang, zat in een speciale gringobus die je afzet aan geldwisseling en de migratiediensten en die je vervolgens terug opwacht over de grens. Luxe, geen gedoe met krapuul van grenstaxichauffeurs. Enkel een tijdje moeten wachten op 2 amerikaanse toeristen. Die zijn hier nie graag gezien. (moeten bijvoorbeeld een visum van meer dan 100 dollar betalen terwijl de rest van de wereld gratis binnen mag)
Copacobana is een dorpke die ook aan het Titicacameer ligt. Gezellig met een mooie kathedraal waar ze auto’s aan het dopen waren. Smiddags op het gemak in het zonneke een beetje mijn boliviegids verkend. Hierbij ook mijn eerste Boliviaans pintje verkend. Savonds een topje beklommen om er de zonsondergang over het meer te bekijken.
8 december
Smorgens weeral een bootje in, was al blij dat het voor de laatste keer was. Isla del Sol scheen heel interessant te zijn, dus dat er nog bij gepakt. Samen met 4 gasten van mijn hostel: Jamie (uk), Melanie (dui), Isabel (mex) en Fernando (col). We werden aan de noordkant van het eiland afgezet en kregen wat uitleg over ruines en geschiedenis daar. Dan kozen we om te voet naar het zuiden te gaan, waar we opgepikt zouden worden om 16u.
Uiteindelijk vertrok onze boot en een kwartier later kwam de rest aan met de duitse. We konden dus niets anders doen dan zelf ne boot te regelen en juist ja, wie bleek er een boot te verhuren, die kerel van daarnet. Ik was echt razend en heb al wa ik kon in het Spaans naar zijne kop geslingerd. (samenvatting zie je in de titel) Ik wilde van geen kanten met die mens varen maar Isabel regelde het toch. We betaalden met zijn vijven 250 bolivianos, terwijl we voor de andere boot elk 10 hadden betaald. (maar da was niet prive) Bij het uitstappen in Copacobana duwde ik die vent bijna in het water. Zo’n misbruik maken van iemand die ziek is, tkon er nie in bij mij.
9 december
Smorgens bus genomen naar La Paz, de hoofdstad van Bolivie. La Paz is de hoogste hoofdstad ter wereld, 3600m denk ik. We kwamen er van boven in gereden, prachtig. La Paz is echt een coole stad, geen echte grote invalswegen, ge rijd gewoon straatje in, straatje uit richting het centrum. Geen enkele straat loopt hier plat.
In het hostel in La Paz deed ik rare ontdekking. Diep in mijn backpack heb ik een portefeuille met redelijk veel geld en mijn bankkaarten. In mijn zakken heb ik nooit veel zitten. In die portefeuille zat ook 40 euro, reserve om eventueel in nood te wisselen. Nu bleek dat iemand die echter voor mij al gewisseld heeft in 2 papieren biljetjes van 20 euro. Ze zien er heel goed, met de vermelding ‘Banco De La Fortuna? (bank van het geluk) Wie da gedaan heeft, wanneer, het is mij een raadsel. Het had veel erger kunnen zijn, want aan mijn dollars en bankkaarten is niet gekomen.
Heb het nie aan mijn hart laten komen en genoten van een namiddagje toeterende auto’s en uitproberen van spotgoedkope streetfood. De heksenmarkt bezocht, da zijn kraamkes waar rare dingen worden verkocht. Leukst zijn de gedroogde lama-embryo’s, die zorgen ervoor dat er niemand sterft in uw huis. Ook opgeblazen kikkers kun je kopen, die helpen je bij het onderhandelen.
Savonds om 17u nog een driedaagse beklimming geboekt van de Huayna Potosi, 6088m. Doordat ik zo laat ben en doordat het agentschap sowieso al een Engelsman had, een goe prijsje kunnen bedingen.
10 december
Om 8u moest ik in het bureau zijn. Mijn compagnon Stewart bleek ook 23 te zijn, meevaller. De gids was Nelson, 24. Wel raar dat ze me zeiden dat hij al 15 jaar ervaring had, maar toen bleek dat hij op de berg woonde, werd alles duidelijk
Busje bracht ons naar basiskamp op 4700m. Twas slecht weer en de Andesreuzen kwamen slechts af en toe te voorschijn als monsters tussen de wolken. Ik kon me nie inbeelden da ik daar op moest kruipen.
Op gemak opgestaan, we hadden slechts een kleine 3 uur te klimmen. Het belang van de eerste 2 dagen zat hem vooral in het acclimatiseren aan de hoogte. De Jappen die ook in het basiskamp zaten, sneuvelden smorgens al wegens hoogteziekte.
We klommen tot het tweede kamp op 5150m hoogte. Alles ging vlot en de zee van tijd in het kamp verdeden we al kaartend en babbelend met de andere 4 klimmers. Bij zonsondergang iets vrij raar gezien. Rotsen die oranje verkleuren onder invloed van de zonnestralen, bizar.
Savonds steeg de spanning. We moesten om 12u30 snachts opstaan voor de beklimming. Alles klaargezet en rond 19u gaan slapen.
12 december
Nauwelijks een oog dichtgedaan, maar voelde me toch in form. Wel lichte pijn in het voorhoofd, maar de adrenaline pompte in mijn bloed. No problemo dus.
Om 12u30 eruit, iets eten en ons klaarmaken. 3 broeks, 4 vesten, 2 paar handschoenen, crampons, piolet, chocola en om 1u30 vertrokken. Twas volle maan, prachtig heldere nacht om te klimmen. Ik genoot en we gingen goe vooruit. Vele tientallen meters diepe spleten van gletsjers, soms tricky om erover te springen. We waren met drieën vastgebonden aan een koord en had veel vertrouwen in de gids. Alles ging dus goe tot hier.
Na enkele moeilijke, technische stukken rond 7u30 (denk ik) de top bereikt. De voorbije 2 dagen aan dit moment zitten denken: grote euforie en zo.... In realiteit ben ik bovengekomen, neergevallen en de eerste 5 minuten halfdood liggen puffen. Daarna rechtgekomen, maar echte euforie of zo, nee. Daarvoor was ik te leeg en zat ik al meer te denken hoe ik in godsnaam beneden zou raken. Enkel voor de foto met mijn compagnons Stewart en Nelson gedaan alsof ik Ok ben, haha.
Uiteindelijk zijn we met 3 van de 8 klimmers boven geraakt. De rest sneuvelde in de strijd. Sommige op 200m van de top. (even op de tanden bijten zou je dan denken, maar da werkt nie meer op een berg/hoogte die u uitknijpt)
Veel tijd hadden we niet, want we waren al laat voor de afdaling. De zon zorgt er namelijk voor dat de sneeuw smelt en zich vermengd tot ijs. Dat is een probleem omdat dat in uw crampon blijft plakken en ijs op ijs, da geeft een afdaling in 20 seconden... We moesten dus nagenoeg bij elke stap onze crampons ijsvrij slaan. De afdaling was een hel, totaal leeg zijn en toch nog supergeconcentreerd moeten zijn. Na ongeveer 3 uur bereikten we het eerste kamp. Alledrie hadden we ondertussen ferm pijn in onze kop. Ge kunt het vergelijken met ne ferme kater, bij iedere stap ne klop in uw voorhoofd. (heb ik van horen zeggen)
Na een uur rusten verder afgedaald naar het laagste kamp, door de hoogtedaling was de pijn toen al weg. Rond 15u smiddags stonden we terug in La Paz, moe maar terug mens. De Huayna Potosi, tis tegelijkertijd een van de mooiste en verschrikkelijkste ervaringen uit mijn leven geweest.
In het hostel wachtte Toon mij op. Toon is ne maat uit Antwerpen die toevallig die via mijn facebook ontdekte dat ik Ecuador-Peru en Bolivie aan het afreizen was. Net op hetzelfde moment is hij met hetzelfde bezig. Toeval... Hij had ook 2 Zwitserse meegebracht, Nora en Sara.
13 december
Deftig uitgeslapen, den eerste keer in 4 weken. Echt waar.
Smiddags ‘de vallei van de maan’ gaan bezoeken. Stukske natuur naast La Paz.
14 december
Weer op het gemak opgestaan en met Toon, Sara en Nora ga ik de Salar De Uyuni doen, wilde natuur en zoutvlaktes in het zuidwesten. Zeker en vast een hoogtepunt. Om 12u bus genomen naar Oruro. Vanuit Oruro savonds om 19u nachttrein naar Tupiza genomen. We hadden de allerlaatste tickets, chance. In 4de klasse....clase popular. Zalige ervaring. Zonder nul komma nul komma comfort 14 uur geboemeld aan 40 per uur. Ik lag op de grond te slapen, toen een geitje mij kwam knuffelen... (het geitje zie je toen het nog op de schoot zat mevrouw indigina, nog niet bij mij)
Wordt vervolgd.
Grz Hans
Geen opmerkingen:
Een reactie posten