woensdag 18 november 2009

Residentie en andere avonturen

Nadat ik op 26 oktober met de directrice van de mirgratiedientst was gaan babbelen schreef ik dat ik een goed voorgevoel had. Om de een of andere reden wilde zij mij helpen. En ja hoor, enkele dagen later kreeg ik een telefoontje dat het zaakje geregeld was.

Ik dus op 3 november op naar Managua, voor de 4de keer. Eens aangekomen zeggen ze mij dat ik een uur moet wachten. Na dat uur begin ik druk te zetten op het vrouwtje aan het loket. (heb ik geleerd, anders gebeurt er niets) Een half uur en 3 bezoeken aan haar loket later kwam de kat uit de mouw. Bleek dat hun systeem plat lag en mijn residentie kon niet in orde gebracht worden. Nadat mijn gezicht blauw-groen en geel had uitgeslagen zei ik vriendelijk vaarwel. (ook dat heb ik geleerd, kwaad worden helpt niet)

Nadat ik mij telefonisch verzekerd had dat ze hun systeem teruggevonden hadden ging ik opnieuw naar Managua. Op vrijdag den 13de, het lot uitdagen heet dat... Aankomen in de grote, chaotische zaal van de migratiedienst voelde ondertussen al bijna aan als thuiskomen, zo gewend was ik het al. En wonder boven wonder, in een uur tijd had ik mijn felbegeerde kaartje in mijn handen!! Ik heb het circus van de Nicaraguaanse migratiedienst doorstaan....

Wachtend op mijn kaartje sloeg ik een babbeltje met een gepensioneerde gringo. (amerikaan) Deze nodigde me uit om het weekend door te brengen in Masachapa, een vissersdorpje aan de Stille Oceaan. Den Wallace, zo heette mijn nieuwe vriend, was 83 jaar maar met hulp van zijn wandelstok nog behoorlijk fit. Hij had over gans de wereld gewerkt voor den petrolindustrie. Beetje schizofeen. Terwijl wij met Volens aan ‘economia solidaria’ proberen te bouwen, was ik bij iemand beland die waarschijnlijk eerder dacht aan maximale winst en al zijn gevolgen... Maar soit, der waren genoeg andere onderwerpen om over te babbelen. Bijvoorbeeld de Belgisch Congo....

Wat bleek... ‘’Weet jij eigenlijk waarom ik je uitgenodigd heb?’’ Tja...nee.... ‘’Omdat je belg bent’’ Bleek dat hij in Congo gewerkt had in de jaren ’50 tot na de onafhankelijkheid. Hij had den besten tijd van zijn leven doorgebracht met Belgen, zei hij. Wat een absurd moment was me dat. Ik zat ’s avonds in godvergeten dorpje in Nicaragua, met een gringo te kijken naar foto’s uit 1954 van Congo en van de expo 58 en Brussel... Die man trok zelfs een stuk Belgisch pensioen.Congo was zijn eerste buitenlandse ervaring geweest en mij leek zijn neokoloniale geest nog niet uitgedoofd. Hij had een kast van een huis, volledig uitgerust met huisvrouwtje, tuinman en chauffeur. Hoewel hij me ze leek te respecteren, stond mijn toon tegenover hen me niet aan. Leek me soms iets te blafferig... De dorpelingen kregen wel een goeiedag, maar toch redelijk vanuit de hoogte gezeten in zijn fietstaxi als een koning op zijn troon.
‘’Everybody hates me in this village, but I don’t mind...’’
Toen de politie hem onderweg wilde doen stoppen reed hij droogjes door.... Niet te doen:
‘’Sorry men, I saw you too late’’
Hij moest ook naar zijn schrijnwerker gaan want op het nieuws had hij gezien dat er een lading mahonyhout (mag niet gekapt worden) in beslag werd genomen door de politie.
‘’Eventjes checken of dat mijn bestelling niet is’’

Er waren maar liefst 3 wegen vanuit Managua naar deze regio. Nadat er al 2 waren, werd er recent een 3de bijgelegd. Prachtige weg door de groene bergen. Waarom? Omdat Arnulfo Aleman, ex-president en goeie vriend van de huidige clown, Daniel Ortega, een huis (kasteel) heeft langs die weg.... Zo gaat dat hier...

Er werd voor mij een visser uitgezocht en men regelde dat ik zaterdag mee kon gaan vissen. Om 5 u ’s morgens werd ons bootje naar de zee gerold op boomstammen en hopla weg waren we. Ons bootje heette Morena en mijn kompanen Shanghai, Ariel, Carlo en Richard. Had sandwichen en sigaretten mee, kwestie van vrienden te maken. Vooral de sigaretten hadden succes. De zon rees op uit de zee en na een uur kwamen we aan bij onze netten, die er de dag ervoor uitgegooid waren. Nu is dit een simpele zaak: zowaar met GPS. Hoe ze dat vroeger deden weet ik niet, maar ze deden het.
We trokken de netten binnen, terwijl den Carlo de vissen al bewerkte. Het was een magere vangst. Enkel genoeg om de benzine voor de motor te betalen. 5 uur op zee beulen voor niets...maar dat kon de sfeer niet bederven.



’s Middags ging ik naar het nabijgelegen San Rafael del Sur. Daar waren het dorpsfeesten en in Nicaragua gaat dat bijna altijd gepaard met ‘’Stiereke-rijd’’ Wat houd dat in: in een arena spelen de mannen van het dorp cowboy. De zatsten/zotsten kruipen op de stier en hopla: ‘brood en spelen’!!
Zondags nam ik afscheid van den Wallace en keerde terug naar mijn iets bescheidener nestje in Esteli...

Miljaar, was me dat een echte gringo, meer cliche kon bijna niet:
- toen we in zijn auto stapten, was de eerste vraag: ‘’Ge zijt toch gene linksen e?!’’ Euh.... nee nee....
- eerst passeerden we langs een Subway voor een sandwich. Toen ze een zakje hadden om de restjes mee te geven was hij dolenthousisast: ‘’What a great idea!!’’
- om te slapen had hij een drankje mee naar bed: een Coca-Cola....
- ‘’Wat? Leven jullie met 3 in een huis zonder televisie???’’
- Hij keek via sateliet altijd naar Fox News, ferm rechts. Items waren hoe slecht Obama wel is en een soldaat die zijn compaƱeros had doodgeschoten. Was het wel gene moslim zeker....

Gegroet!

Geen opmerkingen: