zaterdagavond de 15de dus van hotel veranderd. De obers van hostel del prado die me ondertussen wel al een beetje kenden, vroegen wat ik van plan was en dus moest ik uitleggen dat ik hen te duur vond. Beetje raar, maar geen probleem, ze tipten me zelfs het goedkoopste hotel.
Ik dus daar naartoe en direct gaan tukken want was bekaf. Tot bleek dat ik boven een disco lag, vandaar dat het zo goedkoop was. Toch nog goe geslapen.
De zondag dan op pad gegaan met een treintje door de bergen. Ge kon vanboven op het dak zitten, zalig gevoel om tussen de bergen en langs ravijnen te waggelen. Ondertussen slaagde ik er ook weer in om mij in 2 weken voor de 5de keer te verbranden. Kwas blij dat de brugskes ons gehouden hebben en dat de tunnels hoog genoeg waren. Op het einde liep het spoor dood en moest het treintje met mankracht gedraaid worden, beetje bizar. (zie foto) Toen ontdekte ik ook da het treintje gesponserd was door de belgische ontwikkelingssamenwerking, de BTC, waar ik zelf nog cursus bij gevolgd heb in september.
Smiddags dan naar La Esperanza, een dorpke van de indiginas op 8 km van Ibarra geweest. De bus alleen al was prachtig, vol kleurrijke, kleine indiaantjes. Eventjes tussendoor: de indiginas zijn de oorspronkelijke bevolking, zeg maar indiaantjes. Daarnaast heb je in Ecuador mestizos (mengeling spaans en indiginas, de meerderheid van de bevolking), de witteren (afkomstig van de spaanse kolonisateurs) en de zwarteren (afkomstig van de slavenhandel)
Daar een beetje rondgewandeld en gezeverd met de indiaantjes. Eigenlijk wel curieus hoe die mensen zo traditioneel blijven leven, op slechts 8km van de grote stad.
Kratermeer was de moeite met in het meer 2 kleine babyvulkaantjes die eruit staken. Mooi gemaakt. Rond het meer schitterende planten en orchideeën gezien. Kmoest terugdenken aan min vakantiejob in de Floralux. (meer info over deze planten op de afdeling kamerplanten, vraag naar Romain)
Bij de waterval:
-Hans, waaw, ik voel de energie, jij ook?
-Euh, jaja....
Iets verder was een soort zonnewijzer van de Inca's. Susan ging er midden in liggen:
-Hans, hoor jij ook die echo's?
-Euh, jazeker....
De maandag dan vertrokken uit Ibarra. Nu pas het echte begin van mijn trip eigenlijk. Ondertussen heb ik al een beetje mijn tactiek gepland. Eerst zo rap mogelijk naar Lima, vandaaruit naar het zuiden naar Bolvie en dan op het gemak terugkeren naar Ecuador voor mijn terugvlucht, normaalgezien de 29ste januari.
Beginnen dus met bus van 3 uur naar Quito, de hoofdstad. Moest 5 uur wachten op de volgende en dus centrum Quito eens bezocht. Mooi gemaakt. Veel koloniale gebouwen en kerken. Eentje volledig in goud vanbinnen. Quito staat ook gekend voor zijn onveiligheid en heb da eventjes ondervonden. Namelijk de volgende truc: ze spuiten uw rugzak onder de ketchup zonder dat je het merkt. Vervolgens is er een meneer zo vriendelijk u dat te melden en hij stelt voor het te kuisen.... en even later heb je geen rugzak meer. Die vent dus vlug afgewimpeld en elders mijn rugzak beetje opgelapt. Ik moet zeggen, hij heeft nog slechter geroken.
In Tumbes ne halve dag moeten wachten voor de bus naar Lima. Maar liefst 18 uur bus, muchacha zeg ik hier dan. Om 16u vertrokken en iets later reden we dus de nacht in. Ik kan redelijk tukken en wordt rond 5u30 wakker. Ik merk dat de bus stil staat, we staan in panne. Er komt ne mecanicien uit een andere bus gekropen en een half uurke later zijn we weer op pad. ''Gelukkig dat et nie lang duurde'', probeer ik te boffen tegen mijn buurvrouw. ''Euh manneke, we stonden hier wel al sinds 2u e!'' Oesje...
Voordeel van onze vertraging is dat ik meer heb gezien in plaats van te slapen. De rit ging door de woestijn, prachtig.
Smiddags vertrokken richting Pisco. Hier komt den nationale drank van Peru, den Pisco Sour vandaan. (tip: in Gent hebben ze goeien in cafe El Negocito) In de gids stond er mooi koloniaal doeningske hier en daar, wel daar was niets meer van te zien. Pisco was vorig jaar het episch centrum van een zware aardbeving. Afhankelijk van met wie ik sprak 800 tot 1600 doden. De stad heeft een vreemd gevoel. Slechts heel weinig is heropgebouwd en het dagelijkse leven gaat precies door tussen de brokstukken, net alsof er niets aan de hand is.
In Pisco sliep ik bij Marisol en haar familie. Marisol is een vrouwtje van rond de 40 die me op de bus uitnodigde om bij hen te logeren. Ze is superbezorgd voor mij, echt grappig. Haar huis staat een beetje aan de rand, nagenoeg het enige huis in gans die wijk dat nog recht staat. Haar zoon is een profvoetballer van 18 en speelt in Lima. Hij speelde nog met Chavez van Club Brugge.
Zondag Islas Ballistas gaan bezoeken met een toeristenbootje. Die eilanden worden ook wel het Galapagos van de armen genoemd. Als je de Galapagos wil bezoeken ben je al vlug 500 dollar (de meesten echter 2000 dollar) kwijt, deze kan je voor 10 dollar bezoeken. Op de heenweg passeerden we een eiland met een gigantische tekening in de duinen, de kandelaar. Vanwaar da ding afkomstig is weten ze niet, maar tis honderden jaren oud.
Dan na het eten mee kunnen liften met het toeristenbusje tot een plek waar je volgens de gids flamingo's kunt zien. Ze waren niet thuis, voor de vogels was het tenslotte ook zondag e. Wel prachtig om wandelen en in de verte zag ik een bootje nie ver van de kust. Ne goeiendag gaan zeggen en die mens nodigde mij uit in zijn sloepje van 2 op 4. Ik kon mijn ogen nie geloven. Richard was ne Peruaan die gewoon op da bootje leefde. Er lag een matras in en hij toonde mijn zijn vuurtje en een plastiekzak eten. 30 dagen aan een stuk leefde hij op da bootje. Er stond ook een grote tank op. Via een simpel buisje van 6m lang kon hij zo op de zeebodem lopen om krab en andere dingen te vangen. Slechts 1 keer per dag kwam hij aan land, voor een kakske en iemand die zijn vangst kwam halen. Na 30 dagen ging hij dan 2 dagen de stad in en vervolgens opnieuw 30 dagen eenzaam op zee, indrukwekkend.
Maandagmorgen nog een beetje meegeleefd met mijn Peruaanse familie. Naar markt geweest en gekeken hoe Marisol een raar papke aan het koken was. Smiddags zalig aan tafel. In de soep lagen brokken kip en ik zag da bij oma een ganse poot in haar bord lag. Ze zagen mijn verbazing en een halve minuut later lag die poot in mijn bord. Das het beste zeiden ze. Met een klein hartje ervan beginnen eten, kmoe zeggen: tviel nog mee.
Nu vanmiddag chillen bij de oase, om 17u voetballen met de locals en hopelijk vanavond feestje in het hotel naast het mijne. Living la vida loca...
Vele Grz!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten