dinsdag 2 februari 2010

Stappe stappe door de Segovias


Vrijdagavond na het werk de bus opgestapt richting Ocotal. Ik was van plan een stukje Nicaraguaans platteland te gaan bewandelen. Een Volensvrijwilligster werkte er verschillende brochures uit met wandelingen, dit om het ruraal toerisme te bevorderen. Toerisme waar uw verteerde centjes bij de lokale bewoners terechtkomt. Niet bij de Amerikaanse miljonair die er zijn hotel geplant heeft.

Zoals wel vaker, waren de mensen rondom mij behoorlijk geinteresseerd. De ene vraag na de andere vraag wordt dan op je af gevuurd, altijd dezelfde terugkerende thema’s....

Vanwaar ben je? Belgie? Ligt da in de Verenigde Staten? Nee? Ligt da in Spanje misschien? Ah, in Europa.... En waar is da? Hoe is de economie daar?

En de vrouwen? Wa vind je ervan? Heb je er in uw land ook eentje zitten? Trouw? Ale, jong, nie onnozel doen.... Echt waar? Serieus? Hmmmm....

Soit, uiteindelijk bleek er ook iemand Volenscollega Heleen te kennen, mijn bestemming. Savonds flesje rode wijn gedronken die mijn ouders mij gebracht hadden. De eerste in 8 maanden, dat deed deugd....

Zaterdagmorgen vroeg om 6u15 de boemelbus op naar het dorpje San Pedro. Vandaaruit begon de wandeling, uitgelegd met eenvoudige pijlen en beschrijving in de brochure. Al vlug kwam ik tussen de suikerrietvelden aan de praat met een vrouwtje. Ze wist me te vertellen dat ze met een chela (= blanke) een cooperatieve aan het vormen waren.
Bleek colega Heleen te zijn... De belgen zijn hier echt gekend. Dat werd nog meer bewezen toen even later een motorijder in the middle of nowhere naast me stapte en me vroeg: ‘hoe ist Hans?’ ‘Euh goed, maar vanwaar ken je mij?’ Bleek dat het iemand was die de dag ervoor deel was van mijn omstaanders op de bus.


Het was een heerlijke wandeling door een heel afgelegen gebied. Van het ene praatje naar het andere. Alle mensen geinteresseerd en vooral verwonderd.   


Vaak gaat dat zo: je passeert langs een groepje huisjes, meestal van adobe gemaakt. (= in de zon gebakken klei) Enkele kinderen komen aarzelend naar buiten, rustig gapend. Dan volgen even later de schuchteren die zich gedekt opstellen. Zo stroomt een tiental kinderen naar buiten, God weet hoe ze allemaal in het huisje pasten. Tot slot komt moeder hen ook van in de verte kijken. Met de dapperen sla ik een babbeltje. Ik vraag of ik een foto mag nemen en toon die hen. Dan barst het feest los. Schuchterheid maakt plaats voor verwondering en blijdschap....


  Na het oversteken van de Rio Coco kwam ik uiteindelijk na 4u op en neer wandelen aan in Ciudad Antigua, de eindbestemming. Daar staat een stevige kerk, de deuren uit de 17de eeuw nog present. 



 
In een pulperiaatje (= kruidenierswinkeltje) vroeg ik waar ik kon eten. 5 minuten later stond mijn bord rode bonen, rijst en cuajadakaas voor mijn neus. Fantastisch.

Na nog wat wederzijds (zowel de bewoners als ik) rondgapen in het dorpje terug richting Ocotal en Esteli met de bus.

Gegroet



PS: Katrijn en Heleen, twas in orde!

Geen opmerkingen: