woensdag 24 december 2008

Jugo de tumbes,mmm

Hola

19 december

Rond de middag kwamen we aan in Uyuni, na onze jeepvierdaagske. Nora en Sara verlieten de mannen, zij vieren kerst in Argentinie. Samen met Toon en Olle wilde ik naar Potosi gaan. Potverdikke, alle bussen naar Potosi vertrokken pas om 18u30 savonds.

Dan maar een wandelingetje gedaan naar een ‘treinkerkhof’ net buiten Uyuni. Bleek verdorie nog de moeite te zijn. Heel rare sfeer en ongelooflijk hoeveel treinen er stonden te roesten.

Uiteindelijk dan savonds de bus op naar Potosi. Slecht 208km ver, maar wel 6 uur bobbelen over onverharde wegen door de bergen. Reken de gemiddelde snelheid maar eens uit. (voor de luieriken: 35km/u) Snachts rond 12u30 aangekomen in Potosi, er zijn leukere uren om aan te komen.

20 december

Potosi is een stad met een rijke geschiedenis, door de aanwezigheid van Cerro Rico. Dat is een berg die vol zilver en andere mineralen zit.

Smiddags de mijnen bezocht. Die worden nog gerund zoals in de koloniale tijd, honderden jaren geleden. Dat wil zeggen: erbarmelijke omstandigheden. Als je in de mijn gaat werken, heb je normaalgezien nog 10 á 15 jaar te leven vooraleer je longetjes het begeven onder de giftige dampen of onder een instortende mijngang.
Het bezoek startte beneden de berg met een verkleedpartij en een bezoek aan een mijnwinkeltje. Daar colabladeren en limonade gekocht, als offer voor meneer de mijnwerker. Ook niets minder dan dynamiet gekocht. Dit is hier de enige plaats ter wereld waar je gewoon legaal langs de straat een staaf kan kopen. Demonstraties zijn verboden voor toeristen, maar op simpel verzoek dan weer niet meer verboden, haha.

(tussendoor: de mijnwerkers draaien op colabladeren. Toen de katholieke Spanjaarden hier 500 jaar geleden toekwamen werd hen dit verboden want Jezus had dit niet graag. Toen bleek dat de mijnwerkers echter geen meter meer vooruit geraakten in de mijn, mochten we toch opnieuw, mits betalen van taks aan de paus...)

Het begon te regenen en donderen, grijs en vuil weer dus. Dat pastte bij de omgeving en de sfeer. We gingen de mijn in en kwamen al vlug bij Jezus. Daar werden colabladeren geofferd. De gids, een ex-mijnwerker vroeg om veiligheid, veel mineralen en hoge mineraalprijzen op de markt in Londen. Vervolgens 1 verdiep afgedaald in de mijn en toen kwamen we bij de duivel terecht. Het is zo dat de mijnwerkers geloven dat in de grond den duivel heerst. Hier werden opnieuw colabladeren geofferd maar daarmee alleen is den duivel niet content. Hij kent het goe leven. Hij kreeg een sigaret in de mond en een drankje van 96 procent alcohol, alstublieft. Enkele druppels op de grond, eventjes nippen en dan uw borst ineen voelen schrompelen. Miauwkes.

Vervolgens verder afgedaald tot -7. De gids legde het systeem uit. Ze werken hier nog zoals in de middeleeuwen. Door stukjes gekropen waar ik als halve claustrofoob geen fan van was, maar alles ok.

Het was zaterdag en daarom weinig mijnwerkers aan het werk. We kwamen geen tegen, jammer want zo is het toch moeilijker om een realistisch beeld van het werk te krijgen, maar toch maakte het bezoek sowieso al indruk. Wel 2 keer dynamietexplosie gehoord verderop in den berg, dus enkelen waren elders bezig. Eens terug buiten demonstratie gekregen van dynamietexplosie, amai mijne wrak. Gans Potosi kon meegenieten.

21 december


Smorgens vertrok Toon terug richting Belgie en de Zweed naar Santa Cruz. Terug 'soltero' dus. Ochtendwandeling door het mooie koloniale Potosi en nationaal munthuis bezocht. Heel interessant om te zien hoe ze uit het zilver munten maakten. Enige overblijvende machine ter wereld uit die tijd om zilver te persen, 2 verdiepen groot, op onderste verdiep aangedreven door muilezels. Ze hadden ook mooie schilderijen, waaronder enkele vlaamse. Hierna nog museumke van een zilversmid bezocht. Op de foto zijn ze koeiekoppen aan het kappen, gewoon op den betonnen vloer. Mjammie hammie.

Smiddags busje naar Betanzos genomen. Een boerengat, ik wist niet eens of er een hotel zou zijn. Het was er echter marktdag en wilde wel een authentiek marktje van 'campesinos' op het platteland zien. Was een meevaller, was enige gringo tussen al die mensen in hun traditionele, kleurrijke kleren. Ik heb er een camion afkomstig uit Meulebeke gezien. (waar de helft van mijn stamboom ligt) De prijzen waren zalig. Om een idee te geven. Ik sliep in een bed (hum hum) voor 1,5 euro en had zwaar avondmaal voor 0,5 euro.

In de buurt waren er rotsschilderingen. Beetje rondgevraagd hoe ik dat kon vinden en Amelia wilde mij gidsen. Een meisje die chicha verkocht, een soort lokaal maisbier dat vreselijk smaakt. Bleek dat ze boter bij de vis wilde. Geen probleem, ik bood haar voor een halve dag evenveel als ze die dag had verdiend. (2 euro) Was niet genoeg voor haar en dan maar 'gracias vo de moeite' gezegd.

22 december

Smorgens vroeg vertrokken voor een wandeling naar de rotsschilderijen. Wist dat ze ongeveer 4 km veraf waren en telkens richting gevraagd aan de mensen die ik tegenkwam. Beetje zitten sukkelen in de velden, sommigen spraken enkel Quechua en mijn Quechua is niet zo fameus. Na een uur of twee wandelen en 'triatlonees klimmen' (geleerd in Marokko: nie peisen, recht naar boven) de rotswand gevonden. Er bleken meer hartjes en '...was here' dingen op die wand te staan dan prehistorische toestanden. Toch enkele kronkelingskes en krabbels gevonden die wel prehistorisch zouden kunnen zijn. Echter, de wandeling op zich was zeker de moeite. We klaagden dus niet.Smiddags dan willen vertrekken naar Sucre, 100 km verder. Aan de grote weg wachten op bussen die vanuit Potosi die passeerden. Probleemke: in 1,5 uur passeerden slechts 3 bussen die alledrie al stampvol zaten. Dan maar beginnen liften. Samen met Javier en Nelson werd ik opgepikt door een lege camion. We mochten gratis mee als we hielpen laden, iets verderop. No problemo. Na 20 km stopten we langs de weg om te laden. Nee, geen patatten of zo, wel een jeep. Had geen idee hoe we dat konden laden maar dat kwam wel in orde zeiden ze mij. We moesten de jeep duwen, maar dat ging nie goe. Dan hielp de eigenaar maar, zijn zoontje van 12 moest sturen. We duwden hem tot hij vanzelf de berg kon afrollen naar een simpel laadsysteem. De camion staat gewoon voor een soort oprit, 1m lager waardoor we de jeep er gewoon in konden duwen.

Vervolgens nog 80km gehobbeld door de bergen. Die jeep wikkelde als ne zot, maar de banden bleven waar ze stonden. Maar goed, want geplet worden vind ik niet leuk.

23 december

Dagje opt gemak. Smorgens genoten van mijn ontbijt in de markt. Beneden heb je alle groenten, vleeswaren en zoveel meer. Zalig zijn de heerlijke sappen en milkshakes die ze voor je persen. 2 glazen voor 30 eurocent. Ook standjes met mousses en gelatines van vanalles voor 10 cent. Voor de liefhebbers: al eens gelatine van koeienpoot geprobeerd? Ik nie, maar het bestaat hier wel. Boven kun je vanalles warm eten, met uitzicht op de markt beneden. Ook de duiven zitten boven op de balken, boven het stuk van de beenhouwers. Hygienisch? Mja, aan de witte strepen op de balken te zien nie echt...

Gans mijne morgen al etende doorgebracht. Gazetje lezen en ook hier kan ook niet ontsnappen aan Yves en zijn avonturen. Eerste punt bij buitenlands nieuws. Smiddags rondgewandeld in Sucre-city. Mooi, allemaal witte gebouwen. Wist je trouwens dat Sucre de hoofdstad is van Bolivie en niet La Paz zoals wij denken. La Paz is enkel waar de regering zit.Sucre is al iets anders dan de andere steden. Minder indigina's, dus meer mooie meiskes. Meevaller. Ook zijn ze hier al minder fan van Evo Morales, eerste indigina-president. Indigina's zijn altijd al onderdrukt geweest, dus dat is wel een prestatie van den Evo. In de bergen is hij overal populair, hier echter al minder. Enkele rijkere regio's willen onafhankelijkheid, tiens waar hebben we dat nog gehoord.

In de namiddag ook beginnen zoeken naar een organisatie om vrijwilliger te spelen met kerstavond. Iemand had me voorgesteld dat te doen in een organisatie in Cochabamba, maar ben daar niet geraakt. In Sucre zullen er ook wel straatkinderen en wezen zijn, dacht ik, en internet bevestigde dat. Na een uur of 2 zoeken dat tehuis gevonden en mevrouw de non vond het prima dat ik morgen een handje ging toesteken voor kerst.

Savonds nog nen Paceña gaan drinken. Niet veel speciaal maar wel leuk om te zien wat de barman deed. Hij pakte een dreupelglas, goot een teugske uit aan de voordeur en vervolgens in zijn kassa. Een offer aan Pacha Mama, das moeder aarde van bij het incageloof. Heb gezegd dat hij de volgende keer een geutje in mijn mond mocht doen ook. In het terugwandelen kruiste ik het centrale plein. Ongelooflijk hoeveel indiginavrouwtjes daar de nacht doorbrengen met hun kindjes.

24 december

Smorgens een uur te laat toegekomen bij hogar 'Tata San Juan De Dios' want juist microbus genomen, maar verkeerde richting. Ik had al wat activiteiten in mijn gedachten om te doen met die bengels. Wat bleek tot mijn grote verbazing: twas een babycreche! Potverdikke, tegenvaller. Ik zat op de plaats voor achtergelaten babytjes tot 2 jaar. Die organisatie had ook bengels, maar die zaten elders. Heb me toch geamuseerd. Tatata spelen, koelie koelie doen en zo. Ook eten geven en zelfs ne pamper ververst. Na de voormiddag had ik het toch wel gezien. Heb er nen draai aangegeven en weg was ik.

Mijn middag dan doorgebracht zoals gisteren. Vooral eten en uitproberen op de markt dus.De fruitmilkshakes vergeet ik nooit. Mijne favoriet: jugo de tumbes. Gemaakt van onrijpe, vreemd uitziende passievruchten. Ook de fuitsalades met yoghurt en creme fraiche moet je hier meegemaakt hebben. Ook nog wandelingske gedaan naar uitzichtpunt en kerkhof. Bijna iedereen ligt hier in een muur. Als je er op let valt het ook op hoe kort de mensen hier leven.

Met kerst loopt de stad hier vol campesinos. Dat zijn de indiginas van op het platteland. Ze komen hier omdat er met kerst verschillende acties zijn voor arme mensen. Een beetje à la Sint Maarten, ge zou ze moeten zien rondcrossen en frettenMijne kerst wordt nen eenzamen. Snif snif. Nog vergeten dat ik hier eigenlijk iemand kende. Den Jamie van bij Lake Titicaca, maar is nu te laat om hem te bereiken. Zal straks in bedje kruipen en in dromenland kerst vieren. Morgen om 6u eruit. Met de camion ga ik de bergen in voor een dag of 3, mijn bagage mag ik achterlaten in het hostel. Hopelijk gebeuren er deze keer geen rare dingen mee. (ik denk namelijk dat ik zo mijn 40 euro ben gewisseld in 40 papieren euro's, zie vroeger)

Ale, aan iedereen een feliz navidad!

Hans

maandag 22 december 2008

Wurklich? Genau! (Salar de Uyuni)

Hola,

We starten met de jeepvierdaagse met chauffeur Abel, kokin Nilda, belgen Toon en mezelf, zweed Olle en de zwitserse meiden Nora en Sara. In deze blog veel foto's, gewoon omdat die toch zoveel meer waard zijn dan mijne zever in een gebied als deze.

Dag 1 – 16 december

Meteen hele mooie landschappen. Eerst de Wild West landschappen rond Tupiza, dan de bergen in en uit .
Ondertussen palmen min mp3 en Olle’s ipod de boxen in, zalig om zo door de landschappen te glijden. (hoogtepunt: Jan Hammer – Crockett’s Theme terwijl je door de altiplano zweeft)


We doen een stop in de hoofdstad (San Pablo de Lipez) van de provincie. Je moet weten dat die provincie bijna zo groot is als Belgie en er wonen ....5000 mensen. Ook de hoofdstad was niet echt een metropool te noemen. Ik schat een hut of 40.
In een ander dorpke leuk museumpje bezocht ter grootte van 1 kamer met dinosaurusachtige beenderen.

Als ik het mij goed herinner arriveren we savonds in een klein dorpke van een huis of 30. We zien nog net hoe de geslachte en gevilde lama’s (gelukkig eerst geslacht, dan pas gevild) weggebracht worden en we spelen nog een beetje met de koppen die buiten liggen. Foto’s verkrijgbaar op verzoek. Daarna nog voetballen met 3 lokale kindertjens. Zoals ik eerder al ervaren heb, is voetballen op 4000m meer naar lucht happen dan op een bal schoppen. Ook voor den eerste keer cocabladeren geprobeerd. Dat gaat zo: ge moet bladeren in uw mond stoppen en laten vollopen met uw speeksel zonder al te hard te kauwen. Dat tot je een pingpongbal hebt. Dan een alkaloide of zo toevoegen in uw mond, dat zorgt dat de werkende stof vrijkomt. Een vree gedoe allemaal. Normaal moet uw mond wat verdoofd voelen, maar heb eigenlijk weinig gevoeld buiten de slechte spinazie-achtige smaak.

Dag 2 – 17 december

Op een crimineel vroeg uur eruit, ik denk dat het 5u was. We passeren onze eerste meren met flamingo’s. Eigenlijk zijn dat maar domme vogels maar ge kunt nie geloven hoe prachtig het is als ze over het water vliegen met een groepje. Jammergenoeg mankeer ik zoom voor deftige foto’s hiervan. (grrr Mille...) We zitten veel in de jeep, maar de landschappen blijven verbluffend dus het verveelt geen seconde. Ook de companie is aangenaam en zevert er op los. Toon en ik hebben discussies of wij nu Vlaams of Nederlands praten. Andere wederkerende gespreksonderwerpen zijn de stoelgang van Nora, de neutraliteit van Zweden en Zwitserland tijdens de oorlogen (jaja!), mijn kapsel...en nog zoveel meer interessants. Af en toe ook goeiendag zeggen tegen enkele vicuna’s of lama’s.

Smiddags stoppen we op een plaats om te eten. Terwijl onze lieve Nilda kookt zitten wij buiten in een warmwaterbron. Zalig. Warm badje met op de achtergrond een meer met flamingo’s.

Het is al tegen de avond als we 2 hoogtepunten op ons program hebben. Eerste is Laguna Verde. Een prachtig groen meer met Volcan Licancabur op den achtergrond. Raar beeld. De groene kleur komt door bepaalde mineralen.
Iets verderop passeren we geisers. We doen een ongezond wandelingetje in de zwaveldampen. Die geisers zijn putten waar je de lava in ziet blubberen, vrij cool zicht. Toon test de chemische reactie pipi-kokende lava. We hadden het iets spectaculairder verwacht.
Dag 3 – 18 december

Smorgens is de eerste stop weer een laguna, Laguna Colorada meer bepaald. Deze keer is de kleur rood. Ongelofelijke natuur hier, precies andere wetten. Meren in groen, wit, geel, rood, geen probleem Alles is hier net ietske extremer. Ietske meer wind, ietske hogere bergen, ietske grotere vakten, veel wilder...Vervolgens rit verder gezet en plots duiken rare steenformaties op vanuit het niets. Surrealistische vormen, beetje achtergedaan van Salvador Dali. De bekendsten is de ‘arbol de piedra’
Opnieuw mooie dag met de een eerste, kleinere zoutvlakte op het einde. Voorsmaakje voor het orgelpunt van morgen: de Salar de Uyuni, swerelds grootste zoutvlakte.
Ondertussen krijgt de groep bij de foto's meer en meer rockallures...Savonds slapen we in een zouthotel. Volledig opgebouwd uit zout, anders zou het geen zouthotel zijn natuurlijk.

Dag 4 – 19 december

Om 4u30 opgestaan. Licht was er niet en op de scharrel vlug vertrokken om de zonsondergang te kunnen zien vanop de salar. De Salar de Uyuni is iets speciaal. Alleen hiervoor wilde ik al lang naar Bolivie komen.

Het is simpel: onder je zout en boven je de hemel. Ergens daartussen sta jij en rond je zie je niets anders. Meer heb je nagenoeg niet in de Salar de Uyuni, en toch zo immens mooi. Als het regent weerspiegelt de hemel nog eens en naar het schijnt lijk je dan te zweven tussen de wolken.

Na de mooie zonsopgang doorgereden naar Isla Incahuasi. Dat is eigenlijk een soort koraalmassief, dat ooit lag in de zee. (de salar is eigenlijk een uitgedroogde zee) Het eiland staat vol immense cactussen. Die groeien 1 cm per jaar volgens onze gids. Als je weet dat daar tientallen cactussen van 7-8-9m en hoger staan, reken dan maar hoe oud die zijn. Of het sommetje van de gids klopt, ik weet het niet, maar oud zullen ze wel zijn.

We ontbeten langs het eiland en begonnen de fotosessies. Aangezien er bijna niets te zien is aan de horizon, zijn er geen referenties op de foto. Leuk voor wat spelletjes, sommige redelijk pijnlijk.

De laatste stop was tegen de rand van de salar, waar er aan zoutwinning gedaan wordt. Mooi voor de foto.
Tot hier de Salar en surroundings. Que bonito, echt waar.

maandag 15 december 2008

Eres malo, ladron, vendejo, cabron, hijo de la...!

Hallo

4 december

Smorgens afscheid genomen van de familia Fuentes. Moeder Fuentes stond me met de tranen in de ogen uit te wuiven toen mijn bus richting Puno vertrok. Puno ligt aan het Titicacameer, met zijn 3800m het hoogst gelegen meer volgens velen. Volgens anderen dan weer niet.

Smiddags Puno beetje verkend en mijn eilandbezoeken voor de volgende dagen geregeld.

5 december

Smorgens den boot op naar Islas Buros. Dat zijn drijvende eilandjes, gemaakt van tortora, een soort riet. Een bepaald volk is honderden jaren geleden zo beginnen leven om te ontsnappen aan den vervelende vijand. Vrij curieus om op zo’n eiland rond te lopen, voelde niet 100 procent stabiel aan. Om de zoveel maanden moeten de bewoners een nieuwe laag aanmaken, want de tortora rot weg.

Van de drijvende eilanden vervolgens terug de boot op naar Isla Amantani. Das een eiland met een aparte cultuur, goed bewaard doordat het zo geisoleerd ligt. Auto’s en zo zijn er nog niet en de paadjes en terrassen stammen nog van voor de inca’s. Ik logeerde er bij een lokale familie, een vorm van toerisme die de lokale bevolking ten goede komt. Moest van gastvrouw Martina meteen rusten terwijl zij eten voor me maakte. Haar keukentje was superprimitief maar prachtig om zien. Dan moest zoontje Jorge Luis van 7 mij gidsen naar de ruines van Pachamama (Moeder Aarde bij de Inca’s) De ruines stelden nie veel meer voor maar de wandeling naar de top van het eiland leverde mooie beelden op.

Het avondeten vond plaats in het keukentje met 1 onnozel kaarsje als verlichting. Elektriciteit is er nog niet. Ik ontdekte in totaal 7 kinderen, een stokoud omaatje en pa en ma Pedro en Martina.

6 december

Smorgens heerlijk ontbijt. Soort pannekoekachtige dingen. Heerlijk om de kleine bezig te zien, elk met een prachtige muts. Beetje 'wippe wippe' beginnen spelen. Leuk maar toch gene aanrader, ze werden net iets te enthousiast en er vielen net geen slachtoffers.

Normaalgezien moest ik om 8u een bootje op richting mijn laatste eiland, Isla Taquile. Vanuit het haventje kwam er echter iemand aangelopen om te zeggen da ik vroeger moest zijn. Op de kleine paadjes met madre Martina naar beneden, die dan vaneigens nog ne zware zak op haar rug had. (die indianevrouwtjes komen nooit buiten zonder ne zak op hun rug) Hobbel de bobbel....klets boem vaneigens. Martinaatje toch...

Ik bleek bij ne toegevoegd te zijn bij nen toer van toeristen. Vandaar da ik een vroeger bootje had. Het was slechts een uur varen, maar wat voor een uur. Het water stond wild en wij vaarden evenwijdig aan de golven. Kbegrijp nog altijd niet dat we niet verzopen zijn. Eens op het eiland sprak ik met meneer kapitein af da ik de groep ging verlaten, ik moest om 14u30 in een ander haventje zijn.

Isla Taquile was gelijkaardig aan Amantani, echter weer met eigen klederdracht. Het eiland verkend en vooral genoten van de rust. Op den top van een bergje was het zalig om de locals te bestuderen die in hun kleurrijke kleren door de veldjes waggelen. Eigenaardig is dat geen seconde verloren blijkt te gaan bij de vrouwen. Elke wandelende vrouw heeft een tolletje in haar hand waarmee ze draad aan het spinnen is.

Iets voor 14u had ik het haventje gevonden en had als snel door dat iets niet klopte, ik vond ons bootje niet. Na een beetje rondvragen bleek dat die al vertrokken was. Communicatiefoutje. Ik had 14u30 verstaan (dos y media) in plaats van 12u30 (doce y media) Gelukkig was er om 14u nog het laatste bootje van de locals naar Puno. Ideaal. Op het bootje zag ik dat 4 oude ventjes onderling cocabladeren aan het uitwisselen waren. Ze legden me uit dat zij geen goeiendag zeggen tegen elkaar maar bladeren uitwisselen als teken van respect. Nog altijd stond het Titicacameer wild, maar nu voeren we mee met de golven, dus da viel mee. We werden constant opgeheven door de golven en vervolgens vooruit gegooid. Plots sloeg de motor echter af. Stuurloos ronddobberen als een speelbal van de golven, leuk is anders. De brandstofslang was door de golving losgekomen. Na 10 minuutjes was het probleem opgelost en kon ik mijn zwemplannen voor de tweede keer die dag opbergen.

Savonds nog van de haven teruggekeerd naar centrum-Puno in een taxibakfiets. Had gezegd dat ik enkel meeging als ik zelf mocht rijden en even later was ik het middelpunt van de belangstelling in de chaotische drukte van het centrum. Uiteindelijk nie mogen betalen, want ik had tenslotte het werk gedaan.

7 december

Smorgens de bus genomen richting Copacobana, Bolivie. Vlotte grensovergang, zat in een speciale gringobus die je afzet aan geldwisseling en de migratiediensten en die je vervolgens terug opwacht over de grens. Luxe, geen gedoe met krapuul van grenstaxichauffeurs. Enkel een tijdje moeten wachten op 2 amerikaanse toeristen. Die zijn hier nie graag gezien. (moeten bijvoorbeeld een visum van meer dan 100 dollar betalen terwijl de rest van de wereld gratis binnen mag)

Copacobana is een dorpke die ook aan het Titicacameer ligt. Gezellig met een mooie kathedraal waar ze auto’s aan het dopen waren. Smiddags op het gemak in het zonneke een beetje mijn boliviegids verkend. Hierbij ook mijn eerste Boliviaans pintje verkend. Savonds een topje beklommen om er de zonsondergang over het meer te bekijken.

8 december

Smorgens weeral een bootje in, was al blij dat het voor de laatste keer was. Isla del Sol scheen heel interessant te zijn, dus dat er nog bij gepakt. Samen met 4 gasten van mijn hostel: Jamie (uk), Melanie (dui), Isabel (mex) en Fernando (col). We werden aan de noordkant van het eiland afgezet en kregen wat uitleg over ruines en geschiedenis daar. Dan kozen we om te voet naar het zuiden te gaan, waar we opgepikt zouden worden om 16u.

Onderweg werd de duitse echter misselijk en we gingen nie vooruit. Samen met Jamie dan vooruit gelopen om de bootman te vragen te wachten. Die wilde maar 5 minuten wachten. Daarenboven was er nog een local die zei dat er nog een anderen boot was iets later. Ik wist echter dat da nie waar was, twas ene die zelf zijne priveboot wilde verkopen en daarom den andere bootman aanspoorde om te vertrekken.

Uiteindelijk vertrok onze boot en een kwartier later kwam de rest aan met de duitse. We konden dus niets anders doen dan zelf ne boot te regelen en juist ja, wie bleek er een boot te verhuren, die kerel van daarnet. Ik was echt razend en heb al wa ik kon in het Spaans naar zijne kop geslingerd. (samenvatting zie je in de titel) Ik wilde van geen kanten met die mens varen maar Isabel regelde het toch. We betaalden met zijn vijven 250 bolivianos, terwijl we voor de andere boot elk 10 hadden betaald. (maar da was niet prive) Bij het uitstappen in Copacobana duwde ik die vent bijna in het water. Zo’n misbruik maken van iemand die ziek is, tkon er nie in bij mij.

9 december

Smorgens bus genomen naar La Paz, de hoofdstad van Bolivie. La Paz is de hoogste hoofdstad ter wereld, 3600m denk ik. We kwamen er van boven in gereden, prachtig. La Paz is echt een coole stad, geen echte grote invalswegen, ge rijd gewoon straatje in, straatje uit richting het centrum. Geen enkele straat loopt hier plat.

In het hostel in La Paz deed ik rare ontdekking. Diep in mijn backpack heb ik een portefeuille met redelijk veel geld en mijn bankkaarten. In mijn zakken heb ik nooit veel zitten. In die portefeuille zat ook 40 euro, reserve om eventueel in nood te wisselen. Nu bleek dat iemand die echter voor mij al gewisseld heeft in 2 papieren biljetjes van 20 euro. Ze zien er heel goed, met de vermelding ‘Banco De La Fortuna? (bank van het geluk) Wie da gedaan heeft, wanneer, het is mij een raadsel. Het had veel erger kunnen zijn, want aan mijn dollars en bankkaarten is niet gekomen.

Heb het nie aan mijn hart laten komen en genoten van een namiddagje toeterende auto’s en uitproberen van spotgoedkope streetfood. De heksenmarkt bezocht, da zijn kraamkes waar rare dingen worden verkocht. Leukst zijn de gedroogde lama-embryo’s, die zorgen ervoor dat er niemand sterft in uw huis. Ook opgeblazen kikkers kun je kopen, die helpen je bij het onderhandelen. Interessant was ook het museum van de coca. Cocabladeren spelen in Bolivie een belangrijke rol in het traditionele leven. Er wordt hier dan ook deftig gekauwd. Het westen probeert echter de cocaproductie aan banden te leggen. In plaats van de cocaineproblemen bij ons aan te pakken, verbieden we van den eerste keer de productie. Dat coca op vele goeie manieren kan gebruikt worden, dat coca een eeuwenoude geschiedenis heeft, dat duizenden mensen hier van de productie leven....tja.....

Savonds om 17u nog een driedaagse beklimming geboekt van de Huayna Potosi, 6088m. Doordat ik zo laat ben en doordat het agentschap sowieso al een Engelsman had, een goe prijsje kunnen bedingen.

10 december

Om 8u moest ik in het bureau zijn. Mijn compagnon Stewart bleek ook 23 te zijn, meevaller. De gids was Nelson, 24. Wel raar dat ze me zeiden dat hij al 15 jaar ervaring had, maar toen bleek dat hij op de berg woonde, werd alles duidelijk

Busje bracht ons naar basiskamp op 4700m. Twas slecht weer en de Andesreuzen kwamen slechts af en toe te voorschijn als monsters tussen de wolken. Ik kon me nie inbeelden da ik daar op moest kruipen. We wandelden de eerste dag een half uur naar de gletsjer om te oefen met ons materiaal. Ik leerde hoe je met crampons een helling op- en afloopt, afhankelijk van de hellingsgraad. Zot hoe steil we konden gaan, ik schat hellingen van 60 procent. Ook een verticale ijswans beklommen met piolet en crampons.

11 december

Op gemak opgestaan, we hadden slechts een kleine 3 uur te klimmen. Het belang van de eerste 2 dagen zat hem vooral in het acclimatiseren aan de hoogte. De Jappen die ook in het basiskamp zaten, sneuvelden smorgens al wegens hoogteziekte.

We klommen tot het tweede kamp op 5150m hoogte. Alles ging vlot en de zee van tijd in het kamp verdeden we al kaartend en babbelend met de andere 4 klimmers. Bij zonsondergang iets vrij raar gezien. Rotsen die oranje verkleuren onder invloed van de zonnestralen, bizar.


Savonds steeg de spanning. We moesten om 12u30 snachts opstaan voor de beklimming. Alles klaargezet en rond 19u gaan slapen.

12 december

Nauwelijks een oog dichtgedaan, maar voelde me toch in form. Wel lichte pijn in het voorhoofd, maar de adrenaline pompte in mijn bloed. No problemo dus.

Om 12u30 eruit, iets eten en ons klaarmaken. 3 broeks, 4 vesten, 2 paar handschoenen, crampons, piolet, chocola en om 1u30 vertrokken. Twas volle maan, prachtig heldere nacht om te klimmen. Ik genoot en we gingen goe vooruit. Vele tientallen meters diepe spleten van gletsjers, soms tricky om erover te springen. We waren met drieën vastgebonden aan een koord en had veel vertrouwen in de gids. Alles ging dus goe tot hier.
Terwijl het licht van de zon rond 6u aan ging, ging mijn licht stilletjes aan uit. Ik had me opgeofferd om de rugzak te dragen, niet zwaar maar toch een kilo of 6. Ik voelde me leeg lopen. Elke stap was een opdracht en ik hapte als ne vis naar lucht. Rond de 5800m hadden we nog 2 uur te gaan. Heb nog nooit zo afgezien in mijn leven. De Huayna Potosi is een van de makkelijkste 6000m-bergen ter wereld en had het echt onderschat. Nie veel geslapen, weinig zuurstof in de lucht, constant geconcentreerd zijn,....Daarenboven is in deze periode van het jaar de sneeuw zacht, extra lastig om te klimmen. Ik moest en zou echter op da ding staan. Vamos vamos, venga venga! (1 stap vooruit) Vamos vamos, venga venga! (volgende stap vooruit)....

Na enkele moeilijke, technische stukken rond 7u30 (denk ik) de top bereikt. De voorbije 2 dagen aan dit moment zitten denken: grote euforie en zo.... In realiteit ben ik bovengekomen, neergevallen en de eerste 5 minuten halfdood liggen puffen. Daarna rechtgekomen, maar echte euforie of zo, nee. Daarvoor was ik te leeg en zat ik al meer te denken hoe ik in godsnaam beneden zou raken. Enkel voor de foto met mijn compagnons Stewart en Nelson gedaan alsof ik Ok ben, haha.

Uiteindelijk zijn we met 3 van de 8 klimmers boven geraakt. De rest sneuvelde in de strijd. Sommige op 200m van de top. (even op de tanden bijten zou je dan denken, maar da werkt nie meer op een berg/hoogte die u uitknijpt)

Veel tijd hadden we niet, want we waren al laat voor de afdaling. De zon zorgt er namelijk voor dat de sneeuw smelt en zich vermengd tot ijs. Dat is een probleem omdat dat in uw crampon blijft plakken en ijs op ijs, da geeft een afdaling in 20 seconden... We moesten dus nagenoeg bij elke stap onze crampons ijsvrij slaan. De afdaling was een hel, totaal leeg zijn en toch nog supergeconcentreerd moeten zijn. Na ongeveer 3 uur bereikten we het eerste kamp. Alledrie hadden we ondertussen ferm pijn in onze kop. Ge kunt het vergelijken met ne ferme kater, bij iedere stap ne klop in uw voorhoofd. (heb ik van horen zeggen)

Na een uur rusten verder afgedaald naar het laagste kamp, door de hoogtedaling was de pijn toen al weg. Rond 15u smiddags stonden we terug in La Paz, moe maar terug mens. De Huayna Potosi, tis tegelijkertijd een van de mooiste en verschrikkelijkste ervaringen uit mijn leven geweest.

In het hostel wachtte Toon mij op. Toon is ne maat uit Antwerpen die toevallig die via mijn facebook ontdekte dat ik Ecuador-Peru en Bolivie aan het afreizen was. Net op hetzelfde moment is hij met hetzelfde bezig. Toeval... Hij had ook 2 Zwitserse meegebracht, Nora en Sara.

13 december

Deftig uitgeslapen, den eerste keer in 4 weken. Echt waar.

Smiddags ‘de vallei van de maan’ gaan bezoeken. Stukske natuur naast La Paz.
Daarachter nog een beetje rondgedoold langs de Prado, de grootste straat in La Paz. La Paz heeft het echt voor mij. Morgen vertrek ik er maar ik kom terug vooraleer naar Peru te gaan.

14 december

Weer op het gemak opgestaan en met Toon, Sara en Nora ga ik de Salar De Uyuni doen, wilde natuur en zoutvlaktes in het zuidwesten. Zeker en vast een hoogtepunt. Om 12u bus genomen naar Oruro. Vanuit Oruro savonds om 19u nachttrein naar Tupiza genomen. We hadden de allerlaatste tickets, chance. In 4de klasse....clase popular. Zalige ervaring. Zonder nul komma nul komma comfort 14 uur geboemeld aan 40 per uur. Ik lag op de grond te slapen, toen een geitje mij kwam knuffelen... (het geitje zie je toen het nog op de schoot zat mevrouw indigina, nog niet bij mij)Toen het smorgens licht werd kregen we prachtige beelden te zijn a la Westerns met Lucky Luke. Hier in Tupiza een 4-daagse jeeptocht geboekt. Ons vieren met daarbij Olle, de Zweed. Zo een interessante prijs kunnen verkrijgen.


Wordt vervolgd.
Grz Hans

donderdag 4 december 2008

Ahorrita bienne...

Hallo hijos y hijas de nuestra flandria,

We zijn een eindje achtergeraakt en we gaan er eens dag per dag aan beginnnen sie.

Woensdag 26 november

We waren in de oase van Huacachina geland. Op het gemak opgestaan, nog een wandelingske in stadje Ica gedaan en dan de bus op naar Nazca. In Nazca liggen de 'lijnen van Nazca', da zijn ferm grote tekeningen die te midden de woestijn liggen. Wie die gemaakt heeft en waarom weten ze nog altijd nie echt, een archeologisch raadsel. De tekeningen zijn zodanig groot daje ze van de grond nie echt kan zien. Tis dus met een vliegtuigske te doen. Naar de luchthaven geweest om zo'n vliegerke te regelen. Da was druk afdingen en van de ene naar de andere maatschappij tsjolen. Uiteindelijk wilde niemand onder de 50 dollar gaan, ze hadden duidelijk onderling afgesproken. Beetje duur, maar voor ne keer moet da kunnen.
Donderdag 27 november

Smorgens vroeg de lucht ingegaan met een klein vliegerke voor 4 man. Ik zat naast de piloot achter de wijzerkes en de tellerkes. De lucht ingaan met zo'n dingske doet maar raar. Had er lik geen vertrouwen in maar meneer piloot zag er rustig uit, dus da wiebelen en kantelen blijkt normaal te zijn. De tekeningen zijn proper gemaakt, ge zou denken dat ze er pas gelegd zijn voor de toeristen. Maar aangezien ze al een kleine 100 jaar geleden ontdekt zijn en er toen nog nie veel toeristen waren zal het dus toch echt zijn. Echt een vreemd fenomeen.
Smiddags een rotsige berg beklommen, nietszeggende ruines gezien, mooie begraafplaats, mensen die carnavalachtige karren aan het maken zijn en een beetje bij de locals gezeten. Allemaal chill. Savonds nachtbus genomen richting Arequipa. Die van 22u was 3 uur in retard, joepie. Gelukkig den dezen van 19u ook, dus toch ongeveer om 22u vertrokken.

Vrijdag 28 november

Ondanks ferm moe te zijn geen oog dicht gedaan. Zat vanachter in de bus en das niet de beste plaats bij een rit door de bergen. Veel zwier zwier in plaats van do do.

Eens in Arequipa zou ik bij de zus slapen van de familie waar ik in Pisco bij sliep. Die stond me op te wachten in een andere busterminal. Eventjes later was ze er dan toch, van gringo tot gringo (vreemdeling) lopend om mij te zoeken. Maribel trok erg op Marisol, alleen was ze nog meer bezorgd en heeft ze me nog meer verwend.

Smiddags Arequipa verkend. De mooie Plaza De Armas, een groot klooster en een interessant museum. Dat museum gaat over archeologie op grote hoogte. Pronkstuk is Juanita, een mummy die enkele jaren terug is gevonden vanboven op een vulkaan. De inca’s offerden namelijk om de zoveel tijd een schoon meiske, kwestie van Meneer Berg te vriend te houden. Foto’s mocht ik niet nemen van Juanita, de foto is een reconstructie.



Savonds dan kennisgemaakt met de rest van de familie. Vader Luis, zonen Luis (18) en Alex (16) en dochterke Marifa (11). (Maria de Fatima, alstublieft, neven en nichten, een ideetje voor de komende spruiten...) Twas daar een toffe bedoening. Nog op pad geweest naar de kerk want er moest om een of andere reden gebeden worden voor de oudste zoon. Bleek dat de kerk gesloten was. Dan nog naar de supermarkt geweest. Alex en Luis trots wan het was een grote westersen. Das iets wat ik in den afriek ook al veel heb tegengekomen. Als ze je iets willen tonen, dan zijn het wel hun westerse dingen, terwijl da mij nu net niet intresseert.


Zaterdag 29 november

Dagske opt gemak. Was en plas gedaan. Tsjolingske gedaan met de zoons. Gespeeld met Marifa. Haar nederlands geleerd: ze telt vlot tot 10, kent alle kleuren en nog enkele dingen int West-Vlaams. “Yo, skwon ventje, oe est?” Toen den Alex erbij kwam ging het van kwaad naar erger. Ik zal hier enkel “skwoen woeveke” vermelden... Savonds ging ik normaalgezien naar de disco met Luis maar omdat ik den dag erop om 5u al op moest, vond moeder Maribel da geen goed idee. Dan maar niet.

Zondag 30 november

Met bus van 6u vertrokken voor enkele dagen in de Canon de Colca, met zijn 3191 meter de tweede diepste ter wereld. Ter vergelijking: das 2 keer zoveel als de Grand Canyon. Khad vrijdag verschillende toeristenagentschappen afgelopen die een 3 daagse in de Colca deden. Overal het programma uitgevraagd om zo een beetje te weten wat en waar. Tenslotte had ik genoeg info om het op mijn eigen te doen in plaats van met 20 gringo’s in een busje te kruipen en de toerist uit te hangen.

Veel gewicht achtergelaten bij de familie in Arezupa. De bus richting Chivay klom eerst tot rond de 4500m. Voelde me beetje raar tot ik door had dat ik best een beetje meer ademde. Raar om half te zitten hijgen terwijl je niets aan het doen bent. Dan door de altiplano, de hoogvlakte. Prachtig schone leegte met in de verte de besneeuwde andestoppen van boven de 6000m.

Ik zag lama's en alpaca's met een herderke erbij. Ook enkele vicuña's gezien, dat is hun wilde neef.

Dan kwam de vallei van de Colca in zicht en het dorp Chivay. Vandaaruit te voet naar Coporaque. Dan de vallei afdalen tot het riviertje en er terug uit klimmen richting Yanque. De landschappen waren prachtig. Vol terrassen en paadjes die nog van/voor den tijd van de inca’s stammen. Meer dan 500 jaar oud dus. Daartussen werken en waggelen de locals in hun traditionele kledij, heel mooi.

Toen ik over de vallei uitkeek stonden in de diepte mensen te zwaaien.(rechtsonder op foto) Toen ik even later afdaalde kwam een klein meiske op me afgelopen. “Gij zijt verzekers moe, kom maar ene drinken bij ons.” Ik kreeg een ferm glas ‘chicha’ aangeboden, das een soort bier da ze van mais maken. Het meiske, Carolina, was 5 jaar oud en kletste honderduit terwijl haar familie iets verder aan het werk was. Ze besliste zelf om me nog een glaasje Pisco aan te bieden. Das meer dan 30 procent en ik bedankte vriendelijk. Later nog ondervonden dat de boerkes hier ferm drinken als ze aan het werken zijn. “Das om de pijn in onze rug niet te voelen”, zei een oud ventje me.



In Yanque museumke over de streek bezocht en dan begon het te regenen. Dan maar gelift, mee met ne camion. Den Pedro was 2 koeien gaan kopen. De camion bulderde en het leek of de motor ieder moment uit de ‘kapo’ ging vliegen. Veel rapper dan wandelen ging het niet, echt waar, maar ik zat droog. Het dorpke Maca was het einde van de lift en van daaruit kon ik de bus nemen naar Cabanaconde, waar ik wilde geraken. Twas 16u en iedereen zei me: “ahoritta bienne” (den bus komt direct) Om 19 zeiden ze me nog altijd: “ahoritta bienne”... Tja...

Twas donker en ik wilde de reis door de canon zien. Dan maar geslapen in een herbergske da ik voor mij alleen had op een betonnnen bed.

Maandag 1 december

Ik wilde om 4u opstaan en om 4u30 beginnen wandelen, dan is het min of meer klaar. Zo zou ik op tijd bij 'Cruce del Condor', een punt waar de condors tussen 8 en 10u eens goeien dag komen zeggen. Mij echter overslapen en pas om 6u vertrokken. 1,5 uur gewandeld langs de canon die dieper en ruwer werd. 2 hele mooie uitkijkpunten gezien.

Op 1 van die punten stond Loreena, een meiske waar ik mee had zitten zeveren toen ik gisteren op de bus wachtte. Gisteren nog in gewone kledij, nu in traditionele. Een verkleedpartij voor de toeristen dus...

Ik dreigde te laat te komen voor de condors. Daarom beginnen liften en een bus stopte. Die zat vol Peruaanse meiskes van 16 op schooluitstap. Man man, ik werd verplicht door de lerares mijn rugzak van voor achter te laten zodat ik de bus in kon voor de meiskes. Nog nooit zoveel op de foto gestaan. Jongens jongens... Van eentje kreeg ik een soort pluim aan een touwke. Alle slechte geesten kruipen daarin, zeggen ze. Kzal er dus maar voor zorgen. Gelukkig kwam er na een half uurke een einde aan de rit en waren we bij Cruz Del Condor. Net op tijd voor de afspraak, samen met alle toerbusjes. De andescondor is de grootste vliegende vogel die bestaat, heb ik mij laten vertellen, met een spanwijdte tot meer dan 3m. Smorgens komt hij vanuit de vallei naar boven, zwevend op de opstijgende warme lucht.

In inderdaad, den condor had zich nie overslapen. Ze waren met 3. Eerst klein in de diepte, dan vlak boven ons hoofd. Getraind voor de toeristen, zou je denken.

Op Cruz del Condor een klapke begonnen met een meiske. Eerst ontdekt dat we beiden belgisch waren, dan dat we beiden kine hadden gestudeerd, dan dat we alletwee nog op bezoek gingen naar een medestudent, en dan dat die dan nog ook voor de zelfde organisatie aan het werk is in Ayacucho... (Sara, der is er nog ene op komst voor uw collega.)

Dan gewone bus kunnen nemen naar Cabanaconde. Eens uit de bus direct omcirkeld door mannen die reclame maakten voor hun hostel. Eentje bleek een belgische te zijn. Al reizend hier terecht gekomen, hartje gebroken en simpelweg terugvlucht gecanceld. Yupla, meer moet da nie zijn. Naar het hostel van haar vriend geweest, toffe doening. Ze legden ons een tocht uit en even later vertrokken we al. Mezelven, canadezen Orin en Jenn en Amerikaan Jason. Zij waren volledig uitgedost: tenten, waterfilter, kookgerief... Ik had enkel ne slaapzak maar ik mocht mee.

Twas een prachtigen tocht in en rond de canon naar een simpel dorpke. Enkele locals tegengekomen met hun ezeltje op weg om suiker en patatten en zo te kopen. Een dag heen, de volgende dag terug. Crazy. Savonds geslapen nabij het dorpke Llahuar. Da dorpke bestond uit welgeteld 2 huizekes.
Dinsdag 2 december

Smorgens om 7u begonnen aan het vervolg want we moesten om 10u in Zoro zijn. Vandaaruit vertrekt 3 maal per week een camion richting Cabanaconde. De meeste bergbewoners gebruiken die ongeveer 1 maal per maand om 'commesen' te doen. Ik zat bovenop de stuurcabine, goed zicht. Vanachter werd beetje bij beetje de bak gevuld. Overal stonden Colcavrouwtjes in hun kostuumke te wachten, meestal met een berg koeie-eten op hun rug. Het resultaat was na een tijdje hilarisch, al beesten werden ze erbij geduwd.


Om 16u nog een matchke geshot met de locals. Op 3300m is da geen lachertje. Elk duel en elk spurtje levert een nahijgingske op van 20 seconden.

Woensdag 3 december

Smorgens een ferm tochtje gedaan naar beneden in de canon naar een plek die 'de oase' word genoemd. Een hoogteverschil van 1200. In 1,5 uur was ik beneden. 15 minuutjes int water gezeten en vervolgens terug want ik moest de bus van 14u hebben. In iets minder dan 2 uur stond ik boven. Heb mezelf eens willen testen. De laatste 20 minuten stikkapot. Een stap vooruit ging nog, een stap naarboven was echter elke keer weer een overwinnning.

Om 14u bus terug naar Arequipa, terug richting familie Perez-Fuentes. Op de foto zie je de vulkaan El Misti die over Arequipa uitkijkt.
Ale, kzal het hierbij laten.
Wordt vervolgd...